Voorlopige verkiezingsuitslagen
Verkiezingsuitslag op verkiezingsavond
Onmiddellijk na sluiting van de stembureau's en nadat alle op dat moment aanwezige kiezers hun stem hebben uitgebracht, wordt de stembus gesloten. Hierna stelt het stembureau een aantal zaken vast, m.n.:
- Hoeveel kiezers zich hebben aangemeld;
- Hoeveel stembiljetten zijn uitgereikt;
- Hoeveel biljetten in de stembus zijn gestoken;
- Hoeveel kiezers geweigerd hebben een stembiljet in ontvangst te nemen.;
- Hoeveel stembiljetten zijn teruggegeven en onbruikbaar gemaakt;
- En hoeveel ongebruikte stembiljetten er nog over zijn.
Nadat het stembureau is gesloten worden de stemmen geteld. Het stembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen alsook de som van het aantal stemmen. Ook wordt vastgesteld welke stemmen ongeldig zijn en dus niet meetellen bij de vaststelling van de uitslag.
Onmiddellijk nadat de stemmen zijn opgenomen, maakt de voorzitter ten aanzien van iedere lijst bekend zowel het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen, als het gezamenlijke aantal uitgebrachte stemmen.
Telefonisch geeft het stembureau de uitslag per partij, aantal geldige en ongeldige stemmen door aan het Hoofdstembureau, die het resultaat na controle op haar beurt doorgeeft aan het Perscentrum, die de eerste voorlopige verkiezingsresultaten presenteert aan de aanwezige pers.
Het proces-verbaal van de verkiezingsuitslag van de stembureau wordt opgesteld en wordt ter beschikking gesteld aan het Hoofdstembureau.
Zetelverdeling
Op basis van het aantal stemmen wordt bepaald hoeveel zetels de verschillende partijen krijgen. Het aantal zetels, in totaal 21, wordt over de partijen zo evenredig mogelijk verdeeld. Bij de berekening van de aantallen zetels wordt eerst de kiesdeler bepaald. Een kiesdeler is een getal dat de benodigde stemmen aangeeft voor een zetel, meer specifiek het totale aantal geldige uitgebrachte stemmen gedeeld door 21. De uitkomst hiervan (afgerond naar beneden) geeft aan het aantal volle zetels dat wordt toegewezen aan een partij.
Berekening zetelverdeling
Totaal = Som van de stemcijfers
Kiesdeler = Totaal geldige stemmen gedeeld door het aantal statenzetels
Volle zetel = Stemcijfer (totaal der aantal stemmen op een partij) gedeeld door de kiesdeler
In artikel 91 van de Kiesverordening staat hoe de zetels per lijst moeten worden berekend:
- Het hoofdstembureau deelt de som der stemcijfers van alle lijsten door het aantal te vervullen plaatsen.
- Het aldus verkregen quotiënt wordt kiesdeler genoemd.
- Even zovele malen als de kiesdeler is begrepen in het stemcijfer ener lijst, wordt aan die lijst een der te vervullen plaatsen.
In de praktijk blijven er echter altijd zetels over, de zogenaamde restzetels. Bij de verdeling van de restzetels wordt het systeem van de grootste gemiddelden toegepast. De berekening van de restzetels gaat als volgt. Voor elke lijst die in de eerste instantie een of meer zetels krijgt wordt het gemiddelde berekend na toekenning van één restzetel. Het gemiddelde is het qoutient van het stemcijfer en de behaalde zetels vermeerderd met 1 restzetel. Vervolgens wordt de lijst met het hoogste gemiddelde beloond met een extra restzetel. De toewijzing van de eventuele volgende restzetels vindt op dezelfde wijze plaats.
Over de verdeling van de restzetels zegt de Kiesverordening:
- Van de plaatsen welke na toepassing van artikel 91 nog te vervullen zijn, wordt achtereenvolgens telkens een plaats toegekend aan de lijst, welke na toekenning der plaats het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegekende plaats zou aanwijzen. Indien gemiddelden gelijk zijn, beslist het lot.
- Bij deze toekenning komen niet in aanmerking lijsten waarvan het stemcijfer lager is dan de kiesdeler.
- Indien door toepassing van artikel 91 aan een lijst één of meer plaatsen zouden moeten worden toegekend boven het aantal hare kandidaten, worden de overblijvende plaats of plaatsen aan één of meer der andere lijsten toegekend door voortzetting van de toepassing van het eerste lid van dit artikel.
Berekening zetelverdeling
De restzetelverdeling die bij de Statenverkiezing van 22 september 2017 werd toegepast, kan de hierboven beschreven methode nader illustreren:
Aantal kiesgerechtigden: 70.750
Aantal geldige stemmen: 58.652
Aantal zetels: 21
Kiesdeler: 2.792 (= 58.652: 21)*
* De kiesdeler = het aantal geldige stemmen gedeeld door het aantal statenzetels.
Om voor een zetel in aanmerking te komen moet een partij minimaal 2.792 stemmen hebben behaald. De partijen krijgen evenzoveel zetels toegekend als de hoeveelheid keren dat de kiesdeler is behaald. Dus de door een partij behaalde stemmen gedeeld door de kiesdeler bepaalt de volle zetels, dat wil zeggen de uitkomst van die deling, naar beneden afgerond, is het aantal volle zetels dat een partij krijgt toebedeeld.
Partij |
Behaalde |
Volle |
RAIZ |
2.107 |
- |
PPA/UPP |
656 |
- |
MEP | 22.061 |
7 |
CURPA |
468 |
- |
POR |
5.531 |
1 |
MAS |
287 |
- |
RED |
4.166 |
1 |
AVP |
23.376 | 8 |
In totaal zijn er nu 17 van de 21 zetels verdeeld. Er moeten dus nog 4 zetels worden toebedeeld. De partijen RAIZ, PPA/UPP, CURPA en MAS hebben de kiesdeler niet gehaald en krijgen geen enkele zetel en komen ook niet in aanmerking voor een restzetel. De methode voor de toewijzing van een restzetel is steeds dezelfde en wordt herhaald met de nieuwe tussenstand tot de restzetels op zijn.
De berekening van de eerste restzetel is als volgt. Het aantal stemmen per partij wordt gedeeld door het aantal behaalde volle zetels vermeerderd met 1.
Partij | Behaalde stemmen | Zetels | Gemiddelde |
MEP |
22.061 |
7+1 |
2.757,63 (22.061:8) |
POR |
5.531 |
1+1 |
* 2.765,50 (5.531:2) |
RED | 4.166 |
1+1 |
2.083,00 (4.166:2) |
AVP | 23.376 | 8+1 | 2.597,33 (23.376:9) |
* POR heeft het grootste gemiddelde en krijgt de eerste restzetel.
Voor de toewijzing van de tweede restzetel verandert alleen het gemiddelde van de POR. De berekening van de tweede restzetel is als volgt:
Partij | Behaalde stemmen | Zetels | Gemiddelde |
MEP |
22.061 |
7+1 |
*2.757,63 (22.061:8) |
POR |
5.531 |
2+1 |
1.843,67 (5.531:3) |
RED | 4.166 |
1+1 |
2.083,00 (4.166:2) |
AVP | 23.376 | 8+1 | 2.597,33 (23.376:9) |
* MEP heeft nu het grootste gemiddelde en krijgt de tweede restzetel.
Voor de toekenning van de derde restzetel verandert alleen het gemiddelde van de MEP.
Partij | Behaalde stemmen | Zetels | Gemiddelde |
MEP |
22.061 |
7+2 |
2.451,22 (22.061:9) |
POR |
5.531 |
2+1 |
1.843,67 (5.531:3) |
RED |
4.166 |
1+1 |
2.083,00 (4.166:2) |
AVP | 23.376 | 8+1 | *2.597,33 (23.376:9) |
* Op grond van deze cijfers valt de derde toe aan de AVP.
Voor de toekenning van de vierde en laatste restzetel verandert alleen het gemiddelde van de AVP.
Partij | Behaalde stemmen | Zetels | Gemiddelde |
MEP |
22.061 |
7+2 |
*2.451,22 (22.061:9) |
POR |
5.531 |
2+1 |
1.843,67 (5.531:3) |
RED |
4.166 |
1+1 |
2.083,00 (4.166:2) |
AVP | 23.376 | 9+1 | 2.337,60 (23.376:10) |
* Op grond van deze cijfers valt de vierde en laatste restzetel toe aan de MEP.
Vervolgens worden de restzetels opgeteld bij de zetels die de partijen MEP, POR en AVP al hadden door de kiesdeler. Dat levert het totale aantal zetels op waar die partijen recht op hebben.
De einduitslag is als volgt:
Partij | Behaalde stemmen | Zetels |
MEP |
22.061 |
7+2 restzetels = 9 |
POR | 5.531 |
1+1 restzetel= 2 |
RED |
4.166 |
1 |
AVP | 23.376 | 8+1 restzel = 9 |
Verkiezingsuitslag individuele stemmen
Op de dag na verkiezingsdag worden de individuele uitgebrachte stemmen gecontroleerd door het Hoofdstembureau en wordt bepaald welke op de lijst voorkomende kandidaten gekozen zijn als Statenlid. Hiervoor wordt in principe de voorkeurstemmenregeling, bedoeld in artikelen 94 tot en met 98 van de Kiesverordening, toegepast. Voorkeursstemmen zijn stemmen die op een bepaalde kandidaat zijn uitgebracht.
De toekenning van de door de partij behaalde zetels aan kandidaten vindt plaatst als volgt: De kandidaten die een aantal stemmen hebben verkregen gelijk aan de lijstkiesdeler worden gekozen. De lijstkiesdeler wordt berekend door het stemcijfer van de lijst te delen door het aantal aan de lijst toegekende zetels.
Voorts worden de kandidaten gekozen die na het overdragen van het overschot van stemmen de lijstkiesdeler hebben behaald, zoals gespecificeerd in artikel 94 lid 2 van de Kiesverordening. Daarna zijn gekozen de kandidaten voor zover deze een aantal stemmen hebben behaald gelijk aan of groter dan de helft van de lijstkiesdeler. Voorts worden de resterende zetels toegewezen aan kandidaten in de volgorde waarop ze op de lijst zijn vermeld.
Het Hoofdstembureau presenteert dan de tweede voorlopige verkiezingsuitslag aan de pers.