Algemeen 

Het ROP dient condities te scheppen waarbinnen de karakteristieke kwaliteiten van Aruba optimaal tot hun recht kunnen komen.

ROP 2019

Op 15 januari 2019 is een concept voor een nieuw Ruimtelijk Ontwikkelingsplan voor Aruba ter inzage gelegd. Tot 15 maart 2019 is mogelijkheid geboden om zienswijzen in te dienen. Het concept is aangepast en de beantwoording op de ingediende zienswijzen zijn gebundeld in de Nota Zienswijzen. Middels Landsbesluit no. 1 van 17 juli 2019 is het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Aruba 2019 (ROP 2019) vastgesteld.

Het ROP 2019, de Plankaart, Landsbesluit no. 1 van 17 juli 2019, de toelichting ROP 2019, de Nota Zienswijzen, en een kaart van de ecologische hoofdstructuur kunt u hier raadplegen.  

Het ROP 2019 ligt ook bij de Directie Infrastructuur en Planning (DIP) ter inzage. 

Hieronder vindt u informatie over het eerste ROP (oud)

De ruimtelijke kwaliteit bestaat onder meer uit de landschappelijke verscheidenheid op een relatief kleine oppervlakte:

  • de ruige stille noordkust;
  • een groots en magisch besloten heuvelland;
  • unieke afwisseling in Spaans Lagoen / Franse Pas;
  • de gestrekte vlaktes van de saliñas;
  • de ontspannen ‘golf, surf ’n sun’ westkust;
  • licht golvende sabana’s rond Hooiberg en Kristalberg;
  • de zuidelijke lagunes met mangroven en riffen;
  • slingerende zandwegen met cactushagen in landelijk gebied.

Daarnaast is de vriendelijke, ontspannen atmosfeer in een omgeving met de menselijke maat waardevol:

  • prettig wonen in rustige en ruime buurten;
  • beperkte massaliteit in de toeristische industrie;
  • krachtig sociaal verband in een hechte eilandgemeenschap;
  • veel menging met groen rond en tussen de bebouwing.

Tot slot zijn er de internationale oriëntatie en uitstraling:

  • adequate transport faciliteiten;
  • toeristisch vakmanschap;
  • persoonlijke aandacht, ‘we speak your language’;
  • culturele verscheidenheid binnen eenheid in omgangsvormen.

Zonering

Om de genoemde ruimtelijke karakteristieken in stand te houden, en waar nodig te kunnen versterken, is gebruik gemaakt van een zonering. Zonering betekent dat gebieden op basis van ruimtelijke en/of functionele kenmerken in zones worden (onder)verdeeld.
Zo zijn er bijvoorbeeld stedelijke zones en natuurzones. Het voordeel van het zoneringsprincipe is dat voor elke zone een specifiek beleid kan worden gevoerd. Het situeren van een bepaalde functie kan in de ene zone een extra kwaliteit zijn terwijl het in een andere zone juist afbreuk zou doen aan het karakter.
Een winkel kan bijvoorbeeld een meerwaarde betekenen in een stedelijk gebied maar niet in een natuurgebied.
Door de zonering kunnen de gewenste ontwikkelingen dus gestimuleerd worden en ongewenste worden tegengegaan.
Tegelijkertijd kunnen de verschillen tussen de zones in stand worden gehouden waarmee de kans op het behouden van de karakteristieke kwaliteiten is gewaarborgd.

Ruwweg zijn er drie zones te onderscheiden:

  • de stedelijke gebieden aan de zuid-westzijde;
  • de natuurgebieden aan de noordoostzijde en
  • de landelijke gebieden, gelegen tussen de stedelijke en de natuurgebieden 

De eerste twee hoofdzones zijn verder onderverdeeld, waardoor uiteindelijk een stelsel van 9 zones is ontworpen. Daarnaast zijn de kustwateren in 5 zones verdeeld, aansluitend op de karakteristieken van het aangrenzende land, de natuurlijke omgeving en het verkeer te water. Op de plankaart zijn daarnaast met lijnen en symbolen de elementen vastgelegd die, met de zonering als basis, het stelsel vormen waaraan de regelgeving over (on)gewenste ontwikkelingen wordt gekoppeld.
Deze nadere detaillering komt in de hiernavolgende paragraaf aan de orde. Samen met de (gewenste) wegenstructuur vormen zij de plankaart.

De plankaart ROP

In het ROP is de gewenste ontwikkeling vastgelegd in twee plankaarten: een landkaart en een zeekaart. Per gebied of zone zijn de kwaliteiten en mogelijkheden voor ontwikkeling benoemd. De afgebeelde kaart is een samenvoeging van de landkaart met de zones van zeekaart. Per onderdeel van de kaartlegenda volgt nu kort de betekenis en worden enkele hoofdelementen van beleid uit de planbeschrijving vermeld.

Hoofdstedelijk gebied (Oranjestad)

Oranjestad vormt onmiskenbaar de hoofdstad van Aruba, niet alleen staatkundig, maar ook op basis van het aantal inwoners, de centrale ligging, de winkel- 

en uitgaansvoorzieningen en het aantal (overheids)kantoren. Oranjestad is dan ook aangemerkt als hoofdstedelijk gebied (primaire kern). De hoofdstad beslaat een oppervlakte van ruim 10 km² met bijna 7500 gebouwen, waarvan een vrij grote concentratie in en rond het centrum als monumentaal kan worden aangemerkt.

De ligging aan het water, de aanwezigheid van een cruise- en jachthaven en de vele monumenten maken Oranjestad tot een unieke stad op Aruba; niet alleen voor de bewoners maar ook voor de toeristen. De aanwezigheid van het bestuurskantoor en andere prominente overheidsgebouwen en de grote mix van winkels, horeca en andere functies dragen bij aan het hoofdstedelijk milieu.

Oranjestad heeft de potentie om zich te ontwikkelen tot een aantrekkelijke stad voor zowel bewoners, ondernemers als toeristen.

De volgende algemene beleidsrichtlijnen gelden voor Oranjestad:

  • revitaliseren van de Mainstreet;
  • stimuleren van meervoudig ruimtegebruik (bijvoorbeeld beneden winkels en boven woningen);
  • de woonfunctie in het centrum versterken;
  • beschermen van monumentale panden;
  • hergebruik van leegstaande panden;
  • verbeteren van de bereikbaarheid; vanwege de grote hoeveelheid doorgaand verkeer ligt hier een belangrijke relatie met het voltooien van ringweg 2 (ter ontlasting van de La Sallestraat) en de aanleg van ringweg 3 (ontbrekende schakel in oost-west richting)
  • verbeteren van de parkeervoorziening; ook hier ligt een belangrijke relatie met andere winkelgebieden op het eiland;
  • verhogen van de bebouwingsdichtheid (opvullen lege terreinen, hanteren van minimale bebouwingspercentages en bouwhoogtes). 

Stedelijk gebied (Noord & San Nicolas)

Op grond van onder meer de geografische ligging op het eiland, het aantal inwoners, en de aanwezige (winkel)voorzieningen zijn zowel Noord als San

 Nicolas aangeduid als stedelijk gebied (2e orde).
Na Oranjestad zijn dit de twee belangrijkste stedelijke concentraties in Aruba.

Het ruimtelijk beleid in San Nicolas is erop gericht om deze kern (weer) als een volwaardig stedelijk gebied van de tweede orde te kunnen laten functioneren. Er zal niet alleen gezorgd moeten worden voor passende huisvesting van de gemeenschap, maar ook voor de bijbehorende voorzieningen. Naast de dagelijkse voorzieningen kunnen in San Nicolas ook niet dagelijkse voorzieningen met een regionale verzorgingsfunctie
gesitueerd worden . Het gaat hierbij bijvoorbeeld om dependances van het voortgezet onderwijs, sportfaciliteiten maar ook om bedrijven met een regionale verzorgingsfunctie (bijvoorbeeld filiaal van de bank).

Cruciaal voor de (her)ontwikkeling van San Nicolas is het voorkomen van het verder in verval raken van de historische panden in de binnenstad. Uitgewerkte verbeteringsvoorstellen voor dit gebied, inclusief de aangrenzende village, staan in hoofdstuk 2 van het San Nicolas & Sero Colorado development plan.

Zowel in het Sasakiplan als in het rapport “Winkelfunctie in beweging” zijn concrete voorstellen opgenomen voor de uitvoering van de herontwikkeling van San Nicolas door middel van het instellen van een down town management organisation c.q. het aanstellen van een straatmanager. Onder verantwoordelijkheid van een dergelijke organisatie kan gewerkt worden aan de opbouw van een evenwichtig winkelgebied en herstel van monumentale panden.

Gelet op de wens tot diversificatie van de economie van Aruba is de olieraffinaderij in San Nicolas een van de weinige grote ondernemingen in het land die niet gerelateerd is aan het toerisme. In dat kader is handhaving van de raffinaderij van belang. 

Overige gebieden

In het woonkernengebied (Tanki Flip, Tanki Leendert, Paradera, Piedra Plat, Santa Cruz, Pos Chikito en Savaneta) ligt een belangrijke uitdaging in het concentreren van dagelijkse voorzieningen op goed bereikbare locaties.

Door de hotelzone, het vliegveld, Barcadera en de raffinaderij als aparte typen economische zones te benoemen kunnen deze zich ieder op hun specifieke wijze ontwikkelen. Dat vergroot de zekerheid voor ondernemers en kan zo de economische diversiteit van het land versterken. Er wordt gerekend op de uitvoering van grote projecten als de verhuizing van de containerhaven en de vrije zone naar Barcadera. In de vorm van de uitbreidingsreserve toerisme wordt in Sero Colorado een verbetering van het economische draagvlak voor San Nicolas nagestreefd.

De groengebieden bestaan in veel gevallen uit rooidalen en vormen vaak een buffer tussen de stedelijke gebieden. Voor de afwatering, maar ook voor de herkenbaarheid en de recreatiemogelijkheden zijn de groengebieden van groot belang. Het beleid richt zich op het in stand houden van het natuurlijke karakter, met de mogelijkheid van beperkt recreatief medegebruik, nader op maat te bepalen per groengebied. De groenzones vormen rond het stelsel van rooien, tanki’s en dammen een hecht verband met de zones salinas & wetlands, waarvoor een zeer restrictief beleid geldt.

Het specifieke Arubaans karakter van het landelijke gebied, met cunucu’s en sabana’s, kan het beste in stand worden gehouden door hier terughoudend te zijn met nieuwe (woning)bouwlocaties en de oorspronkelijke functies zoveel mogelijk te behouden. Toch is in een deel van het landelijk gebied ruimte gereserveerd om in een later stadium van de planontwikkeling eventuele tekorten aan grond voor woningbouw te kunnen opvangen in de vorm van de uitbreidingsreserve woonkernen.

Tot slot zijn de natuurgebieden aangeduid waar het behoud van flora en fauna voorop staat. Parke Nacional Arikok, Spaans Lagoen en de riffen, maar ook de noord- en oostkust (Salt Spray Park) zijn goede bijvoorbeelden van dit soort unieke natuurgebieden.

Het meeste landschappelijke erfgoed, dat met punaises op de kaart is aangeduid, ligt in deze natuurgebieden. Behoud en zorgvuldig beheer, gericht op versterking van de unieke kwaliteit, is de uitdaging voor deze landschappelijke en natuurhistorische elementen.

Daarnaast is met symbolen aangeduid welke niveaus de stedelijke centra hebben. Niet iedere woonkern heeft een woonkern centrum en de uitwerking van de hiërarchie in de voorzieningencentra wordt beperkt tot de op de kaart gemarkeerde plaatsen.                                                  

Op de landkaart is tevens de belangrijkste infrastructuur aangeduid: de wegen en (lucht)havens. De typering van de wegen is bruikbaar voor verbetering van het wegverkeer en betere doorstroming.

De primaire hoofdweg Noord–Oranjestad–San Nicolas is de ruggengraat in het verkeersnet, die zo min mogelijk belast moet zijn met direct ontsloten functies.
De verbindingswegen van Oranjestad naar de verschillende woonkernen en tussen de woonkernen zijn belangrijke dragers van de (commerciële) voorzieningen. De geprojecteerde ringwegen en de nieuwe weg naar San Nicolas vormen schakels in dit primaire stelsel.
Wijk verzamelwegen kunnen drager zijn voor commerciële functies die zich meer op het lokale niveau richten. Ontsluitingsroutes verbinden geen woonkernen met elkaar en zijn minder geschikt voor aanhaking van commerciële verzorgingsfuncties.

De invloed van het vliegveld is weergegeven in de contouren van het geluidsniveau dat de landende en opstijgende vliegtuigen veroorzaken. En de entrees voor de scheepvaart zijn aangeduid, omdat de daaraan verbonden havenactiviteiten en bedrijvigheid zich in die omgevingen concentreren.

Kustgebied 

Op de zeekaart is het kustwater ingedeeld in 5 typen kustgebied, naast een weergave van het stelsel van afwatering door rooien, tanki’s en saliñas. Ook zijn 

de plaatsen aangeduid waar nog flinke mangrove begroeiing over is, met het doel deze te beschermen.
Het belang om de rooien en saliñas in stand te houden en te verbeteren blijkt ieder jaar in de natte periode. De groeiende verstedelijking maakt het oplossen van de toenemende wateroverlast tot het bekende ‘dweilen met de kraan open’.

De typering van het kustwater in vijf categorieën vindt plaats op grond van de dominante functies. Zo zijn 4 stukken van de kust aangewezen als maritiem natuurreservaat, omdat in die delen de ecologische verbanden het beste en meest gevarieerd bewaard gebleven zijn.
Het overige deel van de noordkust is ook aangeduid als een zone waar de natuurlijke waarden voorop staan.

De inrichting en het gebruik van de westkust wordt sterk gedomineerd door de grootschalige toeristische

 functies, hetgeen leidt tot intensief recreatief gebruik van het kustwater als hoofdfunctie. Deze zone wordt begrensd door de in internationaal verband vastgestelde ankervlakken voor de scheepvaart die ook op de zeekaart staan afgebeeld.
In een groot deel van de zuidkust is de invloed van de grotere scheepvaart en het daaraan ontleende economische accent de dominante functie. De noodzaak van voldoende diepgang en veilige routering voor het vrachtverkeer en het cruisetoerisme staan daar voorop in de overwegingen.
De laatste categorie is het rifgebied, waar de kwaliteit vooral bestaat uit kleinschalig gebruik, rust, geringe motorisering, traditionele vissersboten en passieve vormen van recreatie in romantische settings.

Deze indeling van het kustwater is de grondslag voor uitwerking van de verschillen in mogelijkheden op het gebied van hotelbouw, horeca, aanleg van pieren en steigers, strandbeleid, regulering van watersport, recreatief medegebruik en natuurontwikkeling.

Een uitvoerige beschrijving van de plan- en zeekaart is terug te vinden in hoofdstuk 4 van de planbeschrijving.