Na het vastleggen van alle gegevens van het politieonderzoek in een proces-verbaal, stuurt de politieambtenaar het proces-verbaal naar het Openbaar Ministerie. De Officier van Justitie bestudeert het proces-verbaal en alle processtukken en toetst of het handelen van de verdachte volgens de wet strafbaar is. Als de Officier van Justitie alle feiten op een rij heeft, neemt de officier een besluit. Het nemen van een besluit houdt in dat de Officier van Justitie beslist of de verdachte verder strafrechtelijk vervolgd zal worden. Verdere strafrechtelijke vervolging betekent de zaak voorleggen aan de rechter. De Arubaanse wet kent het zogeheten opportuniteitsbeginsel, hetgeen betekent dat de Officier van Justitie niet verplicht is zaken voor de rechter te brengen.