Planuitgangspunten
Middels Landsbesluit no. 1 van 17 juli 2019 is het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Aruba 2019 (ROP 2019) vastgesteld.
Op 15 januari 2019 is een concept voor een nieuw Ruimtelijk Ontwikkelingsplan voor Aruba ter inzage gelegd. Tot 15 maart 2019 is mogelijkheid geboden om zienswijzen in te dienen. Het concept is aangepast en de beantwoording op de ingediende zienswijzen zijn gebundeld in de Nota Zienswijzen.
Het ROP 2019, de Plankaart, Landsbesluit no. 1 van 17 juli 2019, de toelichting ROP 2019, de Nota Zienswijzen, en een kaart van de ecologische hoofdstructuur kunt u hier raadplegen.
- ROP 2019 NL
- ROP 2019 Plankaart
- ROP 2019 Natuurgebieden Landsbesluit ruimtelijke ontwikkelingsplan
- ROP 2019 Toelichting met bijlages
- Nota zienswijzen ROP 2019
- ROP 2019 DNM Natuurgebieden
Het ROP 2019 ligt ook bij de Directie Infrastructuur en Planning (DIP) ter inzage.
Hieronder vindt u informatie over de 1str ROP (oud ROP)
De visie en hoofddoelen voor het plan kwamen in september 2005 tijdens het seminar Ruimte voor Ruimte tot stand en zijn vervolgens door de ministerraad in mei 2006 vastgelegd. Van de hoofddoelen zijn subdoelen afgeleid, die soms wel en soms minder tot concrete invulling in het ROP zijn te brengen.
Planvisie
“Het realiseren van een integrale duurzame en evenwichtige (her)ontwikkeling van Aruba”
Een duurzame ontwikkeling is een houding van waaruit naar verandering in de samenleving wordt gekeken: “die voorziet in de behoefte van de huidige generatie, zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoefte te voorzien”.
Net als natuur heeft de bebouwde ruimte doorgaans een lange ontwikkelingsperiode. Duurzame ontwikkeling vraagt dus om een langetermijnvisie; het ROP heeft daarom een looptijd van 10 jaar.
Het langetermijnperspectief biedt een kader waarin stabiliteit van structuren en systemen wordt afgewogen tegen de noodzaak aan verandering en vernieuwing. Overwegingen op korte termijn kunnen tegengesteld zijn aan duurzaamheid op lange termijn.
Om de geformuleerde integrale visie voor Aruba te kunnen verwezenlijken is afstemming tussen de verschillende sectoren noodzakelijk. Daarom zijn, in overleg met de betrokken sectoren, per sector doelen opgesteld. De ruimtelijke ontwikkeling wordt immers sterk beïnvloed door het gevolgde economisch en maatschappelijk beleid. De desbetreffende sectoren zijn zelf verantwoordelijk voor het bereiken van hun doelen en subdoelen.
Het ROP vormt het ruimtelijk kader waarbinnen de ruimtelijke (sub)doelen bereikt kunnen worden. In het ontwerpproces van het ROP is de keuze gemaakt om het plan te baseren op doelen die vanuit drie hoofd invalshoeken zijn aan te geven. Die invalshoeken zijn de economische, de (sociaal) maatschappelijke en de ruimtelijke.
De vastgestelde doelen luiden als volgt.
Economisch hoofddoel
Het economisch hoofddoel luidt als volgt:
“ Een evenwichtige economische groei met handhaving van minimaal het huidige welvaartsniveau"
Het economische hoofddoel is in de volgende subdoelen nader gespecificeerd:
- Diversificatie van de economie. Aruba kent als voornaamste economische pijler het toerisme en in mindere mate olie-industrie en financiële dienstverlening. Om risico’s te spreiden wordt verdere diversificatie van de economie voorgestaan;
- Investeren in de kwaliteit van het toeristisch product. De voorkeur wordt gegeven aan eerst investeren/upgraden van bestaande hotels alvorens er meer hotelkamers worden gebouwd.;
- Economische ontwikkeling beter afstemmen op de arbeidsmarkt;
- Verhogen van de arbeidsproductiviteit;
- Loonontwikkeling moet in de pas lopen met de productiviteit;
- Op orde brengen van overheidsfinanciën;
- Inflatieniveau in de pas houden met grootste handelspartners;
- Betere afweging economische voordelen versus maatschappelijke kosten;
- Garanderen voldoende voedselimport;
- Behouden van de agrarische sector;
- Voorzien in adequate bedrijfshuisvesting;
- Evenwichtige verdeling van het inkomen;
- Voldoende deviezenvoorraad.
Maatschappelijk hoofddoel
Het maatschappelijk hoofddoel is als volgt geformuleerd:
“Het bereiken van een adequaat voorzieningenniveau afgestemd op het welzijn en de behoefte van de samenleving”
Het maatschappelijke hoofddoel is verdeeld naar sectoren met subdoelen van de maatschappelijke ontwikkeling: Gezondheid, Educatie, Volkshuisvesting, Cultuur & Recreatie.
Gezondheid
- versterken van de preventieve en curatieve zorg;
- toegankelijke zorg- en hulpverlening;
- instandhouden/verbeteren woon- en leefmilieu;
- stimuleren van sporten.
Educatie
- realiseren van levenslange educatie: onderwijs aanbieden voor verschillende doelgroepen waar behoefte aan is;
- educatie voor iedereen;
- verhogen van de scholingsgraad op middelbaar en hoger niveau;
- garanderen van kwalitatief goed onderwijs dat aansluit bij de samenleving, het vervolgonderwijs en bij de economie/bedrijfsleven;
- flexibel inspelen op de scholingsbehoefte.
Volkshuisvesting
- voorzien in voldoende en adequate huisvesting voor de bevolking;
- cultuur & recreatie;
- Behouden van cultuurhistorische- en natuurelementen;
- Realiseren van voldoende recreatiemogelijkheden afgestemd op de bevolkingsgroei, de toeristische ontwikkeling en de wensen van de bevolking.
- behouden van cultuurhistorische- en natuurelementen;
- realiseren van voldoende recreatiemogelijkheden afgestemd op de bevolkingsgroei, de toeristische ontwikkeling en de wensen van de bevolking.
Ruimtelijk hoofddoel
Het ruimtelijk hoofddoel is als volgt:
“Het ontwikkelen van een goede ruimtelijk-functionele structuur die verwezenlijking van de maatschappelijke en economische doelen mogelijk maakt en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit“
Het ruimtelijk hoofddoel is toegespitst in subdoelen die betrekking hebben op de verschillende lagen die in het ruimtelijk systeem worden onderscheiden.
Bodemlaag
Natuur en landschap
- basisbescherming van natuurgebieden op basis van ecologische principes (corridorfunctie) en/of landschappelijke (belevings)waarden (o.a. Parke Nacional Arikok, noordelijke conserveringszone, Spaans Lagoen, onderwaterpark);
- basisbescherming van de nog resterende geschikte landbouwgronden en het reserveren van gronden rondom tanki’s en dammen voor landbouw;
- tegengaan van erosieprocessen;
- beschermen rifeilanden en koraalriffen.
Waterhuishouding
- zorgdragen voor een goede afwatering;
- zo min mogelijk verstoren van de natuurlijke waterlopen (rooien);
- veilig stellen en actief ontwikkelen van waterbuffers (saliñas, dammen en tanki’s);
- kwaliteit zeewater in stand houden dan wel verbeteren.
Topografie
- bestaande topografie als uitgangspunt voor ontwikkelingen;
- zoveel mogelijk handhaven van de bestaande bodemopbouw en structuur;
- afgravingen terugdringen en op termijn stopzetten; landschapsherstel van de gebieden die vrijkomen en ze bestemmen voor lichte functies zoals recreatie;
Netwerklaag
- verbeteren van de kwaliteit van de infrastructuur (wegen & (lucht)haven);
- optimaliseren van het gebruik van infrastructuur (hiërarchie wegennet);
- verbeteren collectief openbaar vervoer (o.a. concentratie van functies);
- stimuleren gebruik milieuvriendelijke vervoermiddelen (o.a. voet, fiets, carpooling, energiezuinige auto’s);
- in- en uitvoeren van parkeerbeleid waarbij de gebruiker betaalt en waarbij met name in de binnenstad onderscheid gemaakt wordt tussen lang en kort parkeren. Gedacht kan worden aan de aanleg van parkeergarages rondom de binnenstad om parkeerdruk in het centrum te verlichten. Naast centrum ook aandacht voor toegenomen parkeerdruk in San Nicolas en in de hotelstrip;
- handhaven en creëren van goed geplande riool- en regenwaterafvoer (eventuele extra rioolwaterzuivering);
- minimaal instandhouden van water- en elektravoorzieningen.
Occupatielaag
- duidelijke ruimtelijke scheiding wel/niet hinderveroorzakende activiteiten;
- stimuleren van een hiërarchie in voorzieningen (niet alles overal); buurtvoorzieningen in de buurt, wijkvoorzieningen in de wijk, etc.;
- hanteren van een bereikbaarheidsprofiel: arbeidsintensieve bedrijven en voorzieningen situeren op kansrijke openbaar vervoer locaties; arbeidsextensieve bedrijven (distributie en productie) vestigen nabij meest gewenste logistieke netwerk (haven, hoofdweg);
- stimuleren doelmatig gebruik van grond (juiste functies op de juiste locatie);
- versterken van de ruimtelijke kwaliteit, met name de binnenstad van Oranjestad;
- meer differentiatie en sturing in woonvormen (verschillende kavelgroottes en bouwvormen).
In hoofdstuk 3 van het Ruimtelijk ontwikkelingsplan beschrijving wordt de planuitgangspunten verhelderend uiteengezet.
Intenties
Op grond van deze set uitgangspunten uit het maatschappelijke draagvlak is het plan uitgewerkt volgens een aantal intenties en ontwerpprincipes.
Intenties:
- Integrale benadering
- integratie tussen de sociale, economische en ruimtelijke sectoren
- Gebalanceerde groei & ontwikkeling;
- balans in groeitempo en de onderlinge sectorale relatie
- Duurzaam met maatschappelijk draagvlak
- betrek er alle stakeholders bij, maar er moet genoeg te beslissen blijven voor toekomstige generatie
- Ontwerp principes
- zoneren van het hele land en de kustgebieden;
- beperken ‘urban sprawl’ en landconsumptie;
- concentreren en intensiveren grondgebruik;
- samenbrengen complementaire functies;
- differentiëren in urbanisatiegraad & dichtheid;
- beter scheiden tussen commerciële activiteiten en woonfuncties;
- natuurlijke waarden maximaal intact houden.
Er is ook, gelet op de maatschappelijke discussies over de groei in Aruba en het tempo van de ontwikkelingen, in de ministerraad vastgelegd dat voor de planontwikkeling uitgegaan moet worden van een koers van gematigde groei.