Loon & minimumloon
Loon is een onderdeel van de arbeidsovereenkomst die de tegenprestatie van arbeid weergeeft. Werkgever en werknemer zijn vrij in de vaststelling van het loon bij een individuele arbeidsovereenkomst of in een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO), als deze overeenkomst aan een aantal wettelijke voorwaarden voldoet.
Deze voorwaarden zijn o.a:
- Een door de werkgever en werknemer overeengekomen loon moet gelijk zijn aan of hoger dan het wettelijk minimumloon, met het aantal overeengekomen werkuren;
- De hoogte van het loon moet bij voorkeur schriftelijk worden vastgesteld.
Loon, vastgesteld naar tijdsruimte (bijvoorbeeld een uur-week-quincena of een maandloon) is verschuldigd vanaf het tijdstip dat de werknemer in dienst treedt tot het einde van de dienstbetrekking. De werknemer die niet werkt, heeft in beginsel geen recht op loon. ‘No work, no pay’. Gedurende de tijd dat de werknemer geen arbeid verricht, is de werkgever geen loon verschuldigd, tenzij er sprake is van één de volgende situaties:
- Bij ziekte of ongeval: de werknemer heeft recht op volledig loon gedurende een betrekkelijk korte periode (gemiddeld 6 weken) wanneer hij ten gevolge van ziekte of ongeval is verhinderd. Hiervan mag alleen bij een schriftelijke overeenkomst of reglement worden afgeweken. Werknemers die onder de Sociale Verzekeringsbank vallen (dit zijn werknemers met een inkomen dat lager is dan Awg. 4.550,- maandelijks) hebben recht op een ziekengelduitkering van maximaal 2 jaar. Deze uitkering bedraagt maximaal 80% van het verdiende loon bij ziekte en 100% bij ongeval, indien de werknemer kostwinnaar is.
- Voldoen van wettelijke verplichting: de werknemer heeft recht op volledig loon, gedurende een korte tijd naar billijkheid (enige uren), wanneer hij/zij als gevolg van een door de overheid opgelegde verplichting (bijvoorbeeld aangifte van geboorte doen) verhinderd is de arbeid te verrichten.
- Bijzondere omstandigheden: hieronder vallen onder andere: bevalling van de echtgenote, overlijden en begrafenis van huisgenoten of bloed- en aanverwanten. In zulke gevallen heeft de werknemer recht op doorbetaling van het volledige loon, gedurende een korte tijd, naar billijkheid te bepalen.
- Verhindering van de werkgever: zolang de werknemer bereid is arbeid te verrichten, maar de werkgever maakt hiervan geen gebruik, heeft de werknemer recht op volledige loon.
Minimumloon
Bij het sluiten van iedere arbeidsovereenkomst, waarbij sprake is van een dienstbetrekking, heeft een werknemer die 18 jaar of ouder is voor de door hem verrichte arbeid recht op een loon, tenminste tot het bedrag dat wettelijk is vastgesteld onder het minimumloon.
Voor het minimumloon heeft de Arubaanse wetgeving twee categorieën. De eerste categorie “industrie, bouw en nijverheid” kan worden ingedeeld in:
- 40 urige werkweek;
- 42 urige werkweek;
- 44 urige werkweek;
- 45 urige werkweek.
De minimumlonen hierbij bedragen per 1 januari 2024:
- maandelijks Awg. 1.986,20;
- wekelijks Awg. 463,25.
Omgerekend is dat per uur:
Wekelijks: | 40 uur | 42 uur | 44 uur | 45 uur |
Uurloon: | Awg. 11.58 | Awg. 11.03 | Awg. 10.53 | Awg. 10.29 |
Om erachter te komen hoeveel uren u werkt per week, kunt u kijken op de arbeidslijst die in het bedrijf hangt waar u werkzaam bent en wat u overeengekomen bent.
Sommige werkgevers werken tevens met een “commissie-” of “puntensysteem” als aanvulling op het salaris van de werknemer.
In zulke bedrijven moet het basisloon aangevuld worden met de commissie om gelijk of boven het minimumloon uit te komen. Indien dit niet het geval is, moet de werkgever het loon aanvullen tot het minimumloon.
Voor de tweede categorie, te weten huishoudelijke diensten, is het minimumloon Awg. 926,65 als de werknemer bij de werkgever inwoont en meer dan 22 uur per week arbeid verricht en anders Awg. 10,30 per uur.
Overwerk
Voor arbeid die wordt verricht buiten de normale arbeidstijd van de werknemer, moet de werkgever een overwerkvergoeding ertegenover stellen. De vergoeding voor overwerk bedraagt:
- Tenminste anderhalf maal (150%) het naar tijdsruimte vastgestelde loon voor arbeid dat buiten de normale arbeidstijd van de werknemer valt maar niet op een rustdag;
- Tenminste tweemaal (200%) het naar tijdsruimte vastgestelde loon indien dit overwerk op zijn rustdag of met de zondag gelijkgestelde dagen (zoals bijvoorbeeld Nieuwjaarsdag en Goede Vrijdag) valt.
Conform artikel 31 van de Arbeidsverordening 2013 dient de werkgever op verzoek van de Directie Arbeid en Onderzoek een overwerkregister in te leveren van het binnen zijn bedrijf verrichte overwerk over hoogstens de afgelopen twaalf maanden. Aan de hand van bijgaand model dient de werkgever het overwerk van werknemers bij te houden.