Sinds 1986 is de Gezondheidsdienst overgegaan in de Directie Volksgezondheid/Departamento di Salud Publico. Eén van de diensten die onder de Directie Volksgezondheid valt is de Jeugdgezondheidszorg, voorheen schoolartsendienst geheten. Deze dienst heeft als taak de preventieve zorg aan de 0-19 jarigen te verlenen. De preventieve gezondheidszorg voor 4-19 jarigen richt zich vooral op de schoolgaande jeugd en heeft als taak het bewaken en bevorderen van hun gezondheid. Hiertoe worden scholen bezocht voor periodiek geneeskundig onderzoek, het geven van informatie en het toedienen van vaccinaties. De afgelopen jaren is de Jeugdgezondheidszorg enorm ontwikkeld.

Wettelijk kader

In het begin van de 20ste eeuw kwam er meer aandacht voor de preventieve zorg en de bestrijding van infectieziekten. Schoolprestaties werden toen sterk beïnvloed door infectieziekten en ondervoeding. Bij de overheid werd hard gewerkt om de wetgeving aangaande de gezondheidszorg te moderniseren.
In 1916 werd een wettelijke toelatingseis voor scholen vastgesteld, die stelde dat kinderen de pokken moesten hebben doorgemaakt dan wel ertegen gevaccineerd moesten zijn. In 1917 werd ook het gezondheidstoezicht op schoolgebouwen en op schoolbezoekers vastgesteld.

In de onderwijsverordening 1935 werd wettelijk vastgesteld om aan schoolgaande kinderen voeding en/of kleding te verstrekken, aangezien zij zonder deze hulp de school niet geregeld zouden kunnen bezoeken. De verstrekking van schoolvoeding moest aan bepaalde criteria voldoen. In 1938 werden de stappen en eisen wettelijk vastgesteld om in aanmerking te komen voor schoolvoeding. Om de boven vermelde wetten te kunnen uitvoeren is per 1 september 1939 het besluit tot instelling van een Schoolartsendienst in werking getreden. Hiermee werden de taken van de schoolarts wettelijk vastgesteld.

Na de Status Aparte in 1986 werd het bestaande schoolartsenbesluit gewijzigd en opgenomen in het afkondigingsblad van Aruba (1991 No GT24; schoolartsenbesluit).

Geschiedenis van de gezondheidszorg voor 0-4 jarigen

Infectieziekten en ondervoeding in het eerste levensjaar kwamen in de eerste helft van de 20ste eeuw regelmatig voor met alle gevolgen van dien. De ondervinding was dat consultatiebureaus voor zuigelingen hard nodig waren. In 1942 heeft de Gezondheidsdienst consultatiebureaus voor preventieve zorg voor zuigelingen in verschillende districten op het eiland geopend. De komst van de consultatiebureaus bracht grote verandering door voorlichting en voedingsadvies aan de ouders te geven. Belast met deze dienst was de gouvernementsgeneeskundige, geholpen door een verpleegster (tegenwoordig verpleegkundige). Er werd in ieder district één keer per week spreekuur gehouden.

Op 1 april 1970 kwam de zuigelingenzorg helemaal onder het Wit Gele Kruis te vallen. In 1975 was er een tekort aan artsen bij het Wit Gele Kruis. De schoolarts van de gezondheidsdienst kreeg toestemming van de Gezaghebber om naast zijn werkzaamheden als schoolarts ook werkzaamheden voor het Wit Gele Kruis te verrichten. Er waren ruime tijd besprekingen gaande om tot een geïntegreerde Jeugdgezondheidszorg te komen. De samenwerking tussen de twee instanties werd steeds beter. Het preventieve onderzoek van de zuigelingen en kleuters werd intensiever waardoor de taak van de schoolarts grotendeels op het consultatiebureau kwam te liggen. In 1983 kwam er een nieuwe regeling waarbij de schoolartsen van de Gezondheidsdienst, gedelegeerd werden aan het Wit Gele Kruis. De formele werkgever blijft de Gezondheidsdienst.

Geschiedenis van de gezondheidszorg voor 4-19 jarigen

In 1937 vond een medische keuring door de gouvernementsgeneeskundige op alle scholen plaats. Schoolverzuim was voor veel scholen op het eiland een probleem. De slechte financiële situatie en/of armoede werden aangegeven als redenen voor dit verzuim en bovendien waren ongezonde kinderen sneller vatbaar voor ziekten.

De reden van de medische keuring was om de schoolvoeding op een wetenschappelijke basis te funderen en zo nodig uit te breiden. Om een overzicht te krijgen werden alle schoolkinderen gewogen en gemeten. De medische keuring bij de schoolkinderen wees uit dat bijna 100% van de onderzochte kinderen in aanmerking kwam voor schoolvoeding gericht op vitaminetoevoer. De schoolvoeding bestaande uit melk, boterham met natuurboter, citroensap of een banaan zou hierin verandering moeten brengen. In 1939 vond de officiële instelling van de schoolartsendienst plaats. De gouvernements- geneeskundige was hiermee belast. Op alle scholen werden tevens de resultaten van de inenting tegen pokken onderzocht. Op verzoek van de schoolhoofden in de buitendistricten werden de kinderen op school ingeënt. Ook werden de kinderen onderzocht op afwijkingen en ziekten maar het werk bestond toch voornamelijk uit het meten van lengte en gewicht en het vaststellen van degenen die voor schoolvoeding in aanmerking kwamen.

Enkele scholen hebben in 1952 het verstrekken van schoolvoeding stopgezet, de kinderen weigerden aan het programma mee te doen. In 1953 waren er alleen twee kinderen die schoolvoeding kregen. In 1954 werd er geen schoolvoeding meer verstrekt. In 1955 werd een proef gedaan met het verstrekken van verse melk aan schoolkinderen. In dit jaar is ook begonnen met het verstrekken van vitaminetabletten aan schoolkinderen. De kinderen bleken een voortdurend tekort aan vitamines van de B groep te hebben door eenzijdige voeding en waren daardoor vatbaar voor ziekten. Het was ook de bedoeling voedingsvoorlichting aan de bevolking te geven over gevarieerde voeding en regelmatig gebruik van vitaminen.

In 1957 werd de eerste schoolverpleegster benoemd. De schoolverpleegster was vooral belast met het doen van huisbezoeken om ervoor te zorgen dat gegeven adviezen van de schoolarts werden opgevolgd. Zij was ook bij de onderzoeken aanwezig. Helaas bleek dat de gegeven adviezen voor maar ongeveer 50% werden gevolgd. De overige ouders deden dit niet wegens geldgebrek of omdat ze het kind zelf niet ziek vonden.

Van ondergewicht naar overgewicht op de basisscholen

Het aantal kinderen met ondergewicht nam met de jaren af terwijl er langzamerhand een toename van kinderen met overgewicht ontstond. In het jaarverslag van 1992 staat dat alle kinderen van de 1e en 5e klas gemeten en gewogen werden. Dit om een indruk te krijgen van het aantal kinderen met over- /of ondergewicht. In 1993 werd aangegeven dat het aantal kinderen met overgewicht schrikbarend hoog was. De Jeugdgezondheidszorg gaf adviezen aan de ouders en in enkele gevallen werd het kind doorverwezen naar de diëtiste van het Wit Gele Kruis. Niets bleek echter te helpen. Eind 1995 besloot de Directie Volksgezondheid een onderzoek te verrichten naar de voeding en bewegingspatronen bij basisschoolkinderen. De titel van het onderzoek was “Hoe eten en bewegen basisschoolkinderen op Aruba”. Uit dit onderzoek is gebleken dat zowel het voedings- als het bewegingspatroon van basisschoolkinderen voor verbetering vatbaar zijn. In 1996 werd de eerste diëtiste in dienst genomen bij de Jeugdgezondheidszorg. In 2004 werd overgegaan op het gebruik van de body mass index (BMI) en internationale criteria voor het signaleren van kinderen met overgewicht en obesitas.

Huidige situatie van de Jeugdgezondheidszorg

In de 21e eeuw wordt er in de Jeugdgezondheidszorg nog altijd veel aandacht besteed aan vaccinaties en voeding. De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen blijft zeer hoog. Dit zal uiteindelijk leiden tot een toename van gezondheidsrisico’s en gezondheidsklachten zowel bij de kinderen als bij de volwassenen die zij in de toekomst worden. De Jeugdgezondheidszorg speelt een belangrijke rol bij het signaleren van overgewicht en obesitas als ook de interventie. Het longitudinaal volgen van de groei, waaronder het meten van lengte en gewicht, en het geven van gezondheidsvoorlichting behoort tot de basistaken van de Jeugdgezondheidszorg.

De Jeugdgezondheidszorg besteedt ook veel aandacht aan de psychosociale ontwikkeling van de jeugdige. Daar waar de ontwikkeling van de jeugdige bedreigd wordt, moet er zo vroeg mogelijk worden ingegrepen. De psychosociale afdeling van de Jeugdgezondheidszorg richt zich op het bewaken, behouden en bevorderen van een gezonde sociaal- emotionele ontwikkeling van de 0 tot 19 jarigen. In 2001 heeft de Jeugdgezondheidszorg twee orthopedagogen in dienst genomen.

Andere recente positieve veranderingen binnen de Jeugdgezondheidszorg zijn de verbeterde dataverzameling van de jaarlijkse schoolonderzoeken en een volledig geautomatiseerd vaccinatieregistratieprogramma waarin alle door de Jeugdgezondheidszorg, Wit Gele Kruis of elders toegediende vaccinaties geregistreerd kunnen worden. Het invoeren van het preventief gezondheidsonderzoek bij kinderen op kleuterscholen in 2004, waardoor meer direct contact met de ouders is ontstaan, is ook een belangrijke ontwikkeling in de Jeugdgezondheidszorg.

Ondanks moderne ontwikkelingen binnen de Jeugdgezondheidszorg blijven enkele knelpunten bestaan. Een toename van het aantal schoolgaande kinderen in de zorgpopulatie, meer aandacht voor psychosociale problematiek bij kinderen, het grote beroep dat de consultatiebureaus voor zuigelingen doen op de artsen en chronisch personeelstekort, doen de werkdruk toenemen. Door gebrek aan mankracht is de adolescentenzorg nog steeds niet opgestart.

Een aantal van de huidige taken van de Jeugdgezondheidszorg worden niet expliciet in het schoolartsenbesluit genoemd, m.n. de uitvoering van het vaccinatieprogramma en het onderhouden van netwerken en zorgcoördinatie. In de bestaande landsbesluiten wordt ook alleen gesproken over schoolartsen. De wetgeving is dus op verschillende punten sterk verouderd. De activiteiten binnen de Jeugdgezondheidszorg die vroeger alleen door de schoolarts en schoolverpleegkundige uitgevoerd werden, geschieden tegenwoordig door een multidisciplinair team bestaande uit: vijf schoolartsen, zeven schoolverpleegkundigen, een orthopedagoog, een gezondheidspsycholoog (gz- psycholoog) en gezins- en relatietherapeut, twee diëtisten en een administratieve kracht.

Mijlpalen in de historische ontwikkeling van de Jeugdgezondheidszorg op Aruba

1916 Koepokinentingverordening
1917 Verordening Openbare Gezondheidsdienst in de kolonie Curaçao
1935 Onderwijsverordening
1938 Besluit schoolvoeding
1939 Schoolartsenbesluit per 1 september ingesteld 
1942  Vijf consultatiebureaus voor zuigelingen door de Gezondheidsdienst 
1953 Schoolartsendienst Aruba per 1 januari 1953
1955  “Dental Car” per 7 september 1955. 
1957  Kinderarts in dienst bij het consultatiebureau van de Gezondheidsdienst, 1e Schoolverpleegster in dienst bij de overheid en Salkvaccinatie tegen polio
           door de Gezondheidsdienst en Lago
1961 Consultatiebureaus voor zuigelingen door het W.G.K.
1963 Pokken vaccinatie door het W.G.K. 
1964 D.K.T.P. vaccinatie door het W.G.K. 
1968 Kleuterbureaus door het W.G.K.
1971 D.T.P. vaccinatie door de schoolartsendienst
1976 Rubella vaccinatiecampagne voor meisjes door de schoolartsendienst 
1979 Vaccinatie tegen Mazelen door het W.G.K. 
1980 Vaccinatie tegen Mazelen en Rubella door het W.G.K. Vaccinatie tegen pokken over de hele wereld afgeschaft 
1983 Psycholoog in dienst bij de JGZ voor 0-6 jarigen 
1988 B.M.R. vaccinatie door het W.G.K. 
1991 Schoolartsenbesluit Aruba 
1992 B.M.R. vaccinatie 5e klassen door de JGZ
1994 Haemophilus influenzae type b (hib) vaccinatie door het W.G.K. 
1996 Softwareprogramma voor vaccinatieregistratie door de P.A.H.O. en 1e diëtist in dienst bij de JGZ 
1999 Ontwikkeling software voor vaccinatieregistratie samen met D.I.A. 
2000 JZ2000 automatiseringsprogramma van start gegaan
2001 Orthopedagoog in dienst bij de JGZ, Expositie binnen het bezoek van Prins Willem Alexander op 20 april en reorganisatie plannen JGZ mini conferentie
          15 en 22 juni 
2003 Introductie Hepatitis B vaccinatie voor alle zuigelingen.  Vaccinatiefunctionaris voor vaccinatieregistratie JGZ en Priki Tv- spot/ ophangen spandoeken
          voor publiciteit vaccinatiecampagne. Volledig geautomatiseerde vaccinatieprogramma bij JGZ
2004 Herschrijving JZ2000 tot Jeugdgezondheidszorg Advanced (JZA). Pilotonderzoek kleuterscholen.
2006 Integreren resultaten schoolonderzoek in JZA, opzetten Centraal Archief JGZ voor de gezondheidskaarten, reünie Jeugdgezondheidszorg op
          1 september en verslag van de geschiedenis van de Jeugdgezondheidszorg op Aruba 
2010 Introductie pneumococcenvaccinatie voor alle zuigelingen

Jeugdtandzorg

In 1983 werd de afdeling Jeugdtandzorg opgezet. Deze afdeling heeft als hoofdoelstelling: “Het bevorderen van een optimale gebits- en mondfunctie”.
Dit wil de afdeling bereiken door:

  • De aandacht van de mensen te richten op de belangrijkheid hiervan ;
  • De schadelijke omstandigheden en factoren te leren verwijderen;
  • En te wijzen op mogelijkheden van het herstel van beschadigde tandelementen.

De afdeling begon met de voorlichtingscampagne “Buchi Conew” en introduceerde de Fluoride mondspoeling programma op de basisscholen.
In 1986 werd een studie verricht bij 3120 kinderen van 1e t/m 3e leerjaar van het basisonderwijs. De resultaten van dit onderzoek toonden aan dat 33.46% van de kinderen meervoudige gevorderde cariës hadden.

In 1989-1990 heeft de Jeugdtandzorg, met technisch bijstand van de Pan American Health Organization (PAHO) de “Studie Betreffende Orale Gezondheid Scholieren van Aruba” uitgevoerd. Het doel van deze studie was om de omvang en de invloed van het cariës probleem bij de scholieren op Aruba vast te stellen teneinde programma’s en activiteiten te ontwikkelen gericht op de zorg en bevordering van de mondgezondheid van de schoolkinderen. Het DMFT (Decayed, Missing Filled Teeth) index van de onderzochtescholieren was 2.9. Dit betekent dat bij elk onderzocht kind ongeveer 3 tanden cariës vertoonden, of getrokken waren, of een vulling hadden.

De volgende stap na dit onderzoek was een workshop:”Educacion para la Salud Bucal” in samenwerking met de PAHO. Deze workshop was bestemd voor de vertegenwoordigers van de schoolbesturen, de Directie Onderwijs en de hoofden van de kleuter- en basisscholen. Het doel van deze workshop was om verbetering te brengen in de huidige situatie van de gebitsvezorging onder de kinderen van de kleuter- en basisscholen, door het onderwerp “Salud Bucal” in te voeren in het curriculum.

Naar aanleiding van de resultaten van de voornoemde studie en workshop werd een commissie ingesteld om met aanbevelingen te komen teneinde de mondgezondheid van de scholieren te bevorderen. Een van deze aanbevelingen was het opstellen van een werkgroep die lesmateriaal over tandzorg zou ontwikkelen. Deze werkgroep “Djente” werd officieël in 1992-1993 opgesteld en bestond uit zes leerkrachten, (drie van het kleuteronderwijs en drie van het basisonderwijs) de begeleidende coördinator en de kindertandarts van de afdeling Jeugdtandzorg, als deskundig adviseur. In 2001 werd het lespakket “Djente lessen over mondgezondheid voor de eerste klas basisonderwijs” middels een aantal workshops, aan de leerkrachten van de eerste klas en de hoofden van de basisscholen aangeboden.

In 2001 is de JTZ ook van start gegaan met het project “Bureau Voeding en Tandzorg”. Dit project is door de JTZ ontwikkeld in samenwerking met de Wit Gele Kruis en houdt in dat peuters (1½ -2 jaar), die lid zijn van de Wit Gele Kruis (WGK) opgeroepen worden voor een consult. De ouders/verzorgers krijgen informatie over voeding bij de diëtiste van het WGK en informatie over tandzorg en gebitscontrole bij de kindertandarts van de JTZ. De kinderen worden verwezen naar hun tandarts voor sanering en periodieke gebitscontrole. Van 1999 tot en met 2006 had de afdeling een mondhygiënist in dienst, part-time, die uitgeleend was aan de Stichting voor Verstandelijk Gehandicapten Aruba (SVG).

De taak van de mondhygiënist was voornamelijk de preventieve zorg van de cliënten van de SVG o.a. de coördinatie van de fluoride mondspoeling, organiseren van poetsdagen, informatie geven aan leid(st)ers en ouders en prophylaxis en verwijderen van tandsteen. Daarnaast organiseerde hij regelmatig de voorlichtingsactiviteit “Dia di djente Contento”. In 2003-2005 heeft de afdeling in samenwerking met de Jeugdgezondheidszorg en de Directie Onderwijs aan een “pilot project” gewerkt om de “Escuelas Promotoras de Salud” van de Pan American Health Organization op de Arubaanse scholen te introduceren.
Eind 2010 hebben de Ministers van Onderwijs en Volksgezondheid in een Ministeriële Beschikking vastgelegd, een stuurgroep in te stellen met als taakopdracht het ontwikkelen van een strategische beleidsplan conform het concept van de WHO/PAHO “ De Gezonde School”. Deze stuurgroep telt met een vertegenwoordiger van de afdeling JTZ.

De afdeling Jeugdtandzorg heeft vele jaren voor het thema “tandzorg en zwangerschap”, in de zwangerschapscursus van de Wit Gele Kruis gezorgd.
Daarnaast neemt de afdeling deel aan of zorgt voor themadag, lezing, ouderavond en andere schoolactiviteiten in verband met het thema tandzorg voor het kleuter- en basisonderwijs.