Bezwaarschrift belastingen
Het bezwaarschrift moet gemotiveerd door de belastingplichtige binnen twee maanden na:
- de dagtekening van het aanslagbiljet;
- de dagtekening van het ter post bezorgde of uitgereikte afschrift van de beschikking;
- de dag van de betaling indien het betreft bezwaar tegen het bedrag dat als belasting door hem op aangifte is voldaan of afgedragen;
- de dag van de inhouding indien het betreft bezwaar tegen het bedrag dat als belasting door een inhoudingsplichtige van hem is ingehouden
worden ingediend bij de Inspecteur der belasting ten kantore van de Ontvanger der belastingen.
De belastingplichtige die bezwaar heeft tegen meer dan één belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking, kan daartegen bezwaar maken bij één bezwaarschrift.
Niet-ontvankelijkheidsverklaring op grond van het verstrijken van de termijn van twee maanden blijft achterwege, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener van het bezwaar in verzuim is geweest.
De Inspecteur tekent onverwijld de datum van ontvangst aan op het bezwaarschrift. Bij ontvangst van het bezwaarschrift kan de Inspecteur op verzoek een ontvangstbevestiging afgeven.
Bezwaarschriftprocedure belastingen
De Inspecteur der belastingen doet uitspraak op een bezwaarschrift. Met een uitspraak wordt gelijkgesteld het weigeren, dan wel niet tijdig doen van de uitspraak. Een uitspraak wordt geacht niet tijdig te zijn gedaan, indien de Inspecteur niet binnen 1 jaar na ontvangst van het bezwaarschrift een uitspraak heeft gedaan.
Indien de Inspecteur niet in de gelegenheid is om binnen de 1 jaar termijn uitspraak op het bezwaar te doen, stelt hij de belanghebbende hiervan schriftelijk in kennis, onder mededeling van de reden waarom nog geen uitspraak kan worden gedaan. De 1 jaar termijn wordt in de door de Minister belast met financiën te bepalen gevallen met dit uitstel verlengd. Deze termijn is maximaal een jaar. De Inspecteur doet een uitspraak, zodra dat in redelijkheid van hem verwacht mag worden.
Het verstrijken van de 1 jaar termijn alsmede de door de Minister belast met financiën vastgesteld verlengingstermijn ontheft de Inspecteur niet van zijn verplichting om uitspraak te doen.
De belastingplichtige kan, indien hij in zijn bezwaarschrift het verlangen daartoe te kennen geeft, vóór de uitspraak door de Inspecteur gehoord. Hij kan ook ambtshalve worden opgeroepen tot het verstrekken van inlichtingen of om de overwegingen te vernemen die bij de vaststelling van de aanslag hebben gegolden. Alle oproepingen worden gedaan op een termijn van ten minste zeven dagen.
Indien niet of niet volledig aan het bezwaar wordt tegemoet gekomen, wordt de uitspraak gemotiveerd.
Indien het bezwaar is gericht tegen een belastingaanslag met betrekking tot welke ten onrechte geen aangifte is gedaan, de vereiste aangifte niet is gedaan of niet volledig is voldaan aan de verplichtingen zoals opgenomen in Hoofdstuk VII van de Algemene landsverordening belastingen, wordt de belastingaanslag gehandhaafd, tenzij de Inspecteur gebleken is dat, en zo ja in hoeverre, deze onjuist is.
Indien bezwaar is gemaakt tegen meer dan één belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking, kan de inspecteur de uitspraken vervatten in één geschrift.
De Inspecteur bezorgt een voor de belanghebbende bestemd afschrift van de uitspraak ter post of reikt hem tegen ontvangstbewijs uit. Als een gemachtigde het bezwaarschrift heeft ingediend, doet de Inspecteur hem ook een afschrift van de uitspraak toekomen.