Arbeidsongeschikt
Conform de landsverordening ziekteverzekering heeft de werknemer die als gevolg van ziekte arbeidsongeschikt is, recht op een uitkering in geld, ziekengeld genaamd. Een werknemer met een maandsalaris van Afl. 5.850,- of minder valt onder de ziekteverzekering (dit bedrag is geldig vanaf juli 2016 en kan wettelijk gewijzigd worden).
De volgende categorieën werknemers vallen niet onder de ziekteverzekering:
- directeur-eigenaar (door de SVb als werkgever aangemerkt);
- echtgenote, inwonende kinderen en ouders van een zelfstandige werkgever, die geen loon of een loon minder dan het minimumloon ontvangt;
- huispersoneel;
- een kapitein of bemanning (schepelingen) op Arubaanse zeeschepen;
- ambtenaren of aan ambtenaar gelijkgestelde werknemers;
- thuiswerkers.
Uitkering AO dagen
De werknemer die als gevolg van ziekte arbeidsongeschikt is, heeft recht op een uitkering gelijk aan 80% van het dagloon vanaf de vierde dag van de ziektemelding. SVb betaalt geen uitkering voor de eerste drie AO dagen. Het recht op ziekengeld met betrekking tot eenzelfde ziekteoorzaak vervalt na twee jaren. Deze periode van twee jaren gaat in vanaf de eerste keer dat de werknemer zich meldt bij de SVb voor de betreffende ziekte.
Om in aanmerking te komen voor tegemoetkoming dient de werknemer aan de volgende eisen te voldoen:
- de werknemer moet ingeschreven zijn bij de SVb.
- de afwijking waarmee de werknemer ziek meldt bestond niet voordat hij in dienst trad.
- de werknemer dient aan de AO meldingsplicht te voldoen.
De werknemer heeft geen recht op tegemoetkoming indien de ziekte te wijten is aan zijn opzet of grove schuld, dan wel aan het gebruik van alcoholhoudende drank of bedwelmende middelen.
Tegemoetkoming tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof
Bij zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft een vrouwelijke werknemer recht op een tegemoetkoming van 100% van het dagloon. De werknemer heeft recht op maximaal 12 weken verlof. SVb vergoedt een verlof van maximaal 12 weken. De werknemer kan het verlof delen in 4 tot 6 weken voor de bevalling en de rest van de 12 weken na de bevalling.
Om in aanmerking te komen voor tegemoetkoming dient de vrouwelijke werknemer:
- ingeschreven te zijn bij de SVb;
- minstens twee maanden voor de aanvang van het zwangerschaps- en bevallingsverlof, dus minstens drie maanden voor de bevallingsdatum de SVb op de hoogte te stellen dat zij gebruik wenst te maken van het recht op tegemoetkoming;
- een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige betreffende de bevallingsdatum te overleggen.